Menu Sluiten

Laatst zei een cliënte tegen mij: ‘jij ziet er zo keurig uit, maar jij kan echt goed boos worden zeg”. Dat klopt.

Ik ben gedurende een werkdag eigenlijk best vaak geïrriteerd, door wederpartijen die niet reageren, mensen die niet terugbellen, hokjesdenkers, mensen die afspraken niet nakomen etc. Maar soms word ik echt boos. Als mijn cliënt, die al slachtoffer is van een onrechtmatige gedraging van een ander, ook nog eens onrecht wordt aangedaan tijdens een letselschadezaak, dan vat ik dat plaatsvervangend heel persoonlijk op en word ik boos. Vroeger belde ik dan op hoge poten zo’n boosdoener op, verhief ik mijn stem aan de telefoon of ging ik langs op diens kantoor om verhaal te halen (door met diegene te praten😊). Tegenwoordig slaap ik er een nachtje over en maak ik, met stoom uit mijn oren, een strijdplan.

En misschien ben ik als nuchtere, naïeve Drentse snel(ler) gechoqueerd over wat er soms in de af en toe hufterige, kapitalistische letselschadewereld gebeurt, maar sommige acties stuiten mij echt enorm tegen de borst. Ik noem wat voorbeelden.

Zo was er een schaderegelaar die een paar weken na een zwaar ongeval bij het slachtoffer met hersenletsel die nog geen belangenbehartiger had, op bezoek ging en naar eigen zeggen een zeer genereus afwikkelingsvoorstel van €10.000,- schadevergoeding deed. Het slachtoffer belde toch even met diens Rechtsbijstandsverzekeraar voor overleg en de zaak werd twee jaar later voor €250.000,- afgewikkeld. Die schaderegelaar wist dondersgoed dat €10.000,- niet genoeg was en probeerde het gewoon, want dat slachtoffer overzag het toch niet.

En dan de arts die weken na een consult met mijn cliënte allerlei relevante dingen in een medisch dossier aanpaste nadat hij ervan op de hoogte werd gesteld dat er een aansprakelijkstelling zou volgen. En de grote aansprakelijkheidsverzekeraar die vervolgens deed alsof haar neus bloedde toen ik ze confronteerde met de loggings van het elektronische dossier waaruit het gerommel bleek.

Of die keer dat een college van mij per abuis een interne notitie van een verzekeraar doorgestuurd kreeg, waarin stond dat hoewel hun medisch adviseur wel een toekomstige kans op verslechtering zag, de schadebehandelaar desondanks zou proberen de zaak toch definitief af te wikkelen zonder voorbehoud. Proberen kon altijd toch?

Of die schadebehandelaar die erop stond dat ik een te laag regelingsvoorstel aan mijn cliënt, een wat oudere man met hersenletsel, zou voorleggen, omdat hij daar waarschijnlijk wel mee akkoord zou gaan nu bekend was dat mijn cliënt de zaak als enorme ballast beschouwde en hij het geheel toch niet overzag. Uiteraard adviseerde ik mijn cliënt niet akkoord te gaan met het aanbod, maar ik was vooral buitengewoon teleurgesteld in de schadebehandelaar. Ik heb vervolgens een afspraak met die schadebehandelaar bij diegene op kantoor gemaakt, omdat ik de man in de ogen wilde kijken en na wilde gaan of ik een slecht persoon tegenover mij had. Ik confronteerde hem, hij had niet de ballen zijn tactiek face to face te herhalen en we regelden de zaak voor een veel hogere schadevergoeding dan hij in eerste instantie aan had geboden.

Laat ik vooropstellen dat er veel meer goede en oprechte schadebehandelaren en artsen zijn dan slechte, maar bovenstaande verhalen blijven mij bij en de personen ook. Al schrijvende concludeer ik dat het niet zozeer boosheid is, maar teleurstelling in de empathie van deze mensen. Wie doet zoiets? Hoe kan je nou zo handelen over de rug van kwetsbare mensen en jezelf dan ’s avonds recht in de spiegel aankijken? En ik snap het oprecht niet. Het is niet dat die schadebehandelaren de schadevergoeding uit eigen zak moesten betalen, waardoor ze hun gezin niet meer konden onderhouden of de arts niet verzekerd was tegen wettelijke aansprakelijkheid en zijn eigen villa moest verkopen.

Ik ben bang dat deze mensen zo afgestompt zijn geraakt van alle heftige verhalen, dat ze vergeten zijn dat het om echte mensen gaat en de letselschaderegeling alleen nog maar als financieel spel zien.

Tegenwoordig heb ik mijn van nature primaire reacties iets beter onder controle en heb ik geleerd dergelijke acties even te laten bezinken voordat ik actie onderneem, maar boos word ik nog steeds. Principieel en volhardend bijt ik mij vast in de zaak, doe ik er alles aan om de menselijkheid terug te brengen in het letselschadedossier en strijd ik voor rechtvaardigheid voor mijn cliënten.